Over aanbod, gebruik en financiering van logeerhuizen
Het zorgen voor een partner, familielid of andere (mantelzorg) kan erg intensief zijn. Wanneer deze zorg tijdelijk wordt overgenomen is dat een vorm van respijtzorg. In Nederland zijn verschillende voorzieningen die respijtzorg bieden, zoals logeerhuizen. In de praktijk ontbreekt het vaak aan een overzicht van deze vormen van tijdelijk verblijf en worstelen gemeenten en professionals met de wet- en regelgeving. Wat kan respijtzorg in de vorm van logeerhuizen bieden?
Heinz (86) heeft beginnende dementie. Samen met zijn vrouw Nellie (83) woont hij thuis. Heinz is nog lang niet toe aan een verpleeghuis, ondanks zijn leeftijd. Hij is op zijn manier op zoek naar uitdaging, passend bij zijn talenten en de dingen die hij leuk vindt. Maar daar kan Nellie niet altijd in voorzien. Zij is al blij als ze de was en strijk weggewerkt krijgt. De zorg voor Heinz doet ze met alle liefde, maar is ook intensief. Heinz gaat wel eens een weekend naar een logeerhuis. Daar ontmoet hij lotgenoten en doet hij leuke dingen. Nellie hoeft zich even geen zorgen te maken om Heinz en heeft even tijd voor haarzelf. Als Heinz een weekend gaat logeren in een logeerhuis, zodat Nellie op adem kan komen, noemen we dat respijtzorg. In dit geval in de vorm van een logeerhuis.
Logeerhuis als respijtvoorziening
Net als Nellie, heeft een kwart van de mantelzorgers die zware zorg verleent behoefte aan respijtzorg. Het is daarom opvallend dat bij verschillende respijtvoorzieningen sprake is van ondergebruik. Vanuit verschillende onderzoeken weten we welke behoefte mantelzorgers hebben als het gaat om respijtzorg. Ook weten we aan welke kwaliteitseisen respijtvoorzieningen moeten voldoen om daadwerkelijk een respijteffect op mantelzorgers te hebben. Maar er is minder bekend over het exploiteren van een logeerhuis als respijtvoorziening.
Logeren in drie domeinen: waar hebben we het eigenlijk over?
In Nederland wordt tijdelijk verblijf vanuit drie domeinen van wet- en regelgeving gefinancierd: de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). In ieder van die domeinen zijn mogelijkheden (van vormen) van tijdelijk verblijf, met allemaal eigen benamingen voor deze tijdelijke verblijfsvormen. Kortdurend verblijf vanuit de Wmo en logeeropvang vanuit de Wlz hebben als doel de mantelzorger te ontlasten, oftewel respijtzorg. Vanuit de Zvw wordt het eerstelijnsverblijf (ELV) gefinancierd. Deze verblijfsvorm heeft een ander doel, namelijk het zo snel mogelijk herstellen van de patiënt uit een medische noodzaak.
In de praktijk ontbreekt het vaak aan een overzicht van deze vormen van tijdelijk verblijf. Ook kan het gebeuren dat naasten van mantelzorgers op verkeerde ‘bedden’ terecht komen, door onduidelijkheid of het ontbreken van passende logeervoorzieningen. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin de mantelzorger uitvalt en er direct ander verblijf voor de zorgbehoevende gezocht moet worden. Het kan dan gebeuren dat iemand op het ELV terecht komt terwijl daar niet direct een medische noodzaak voor is. Het is dus belangrijk een passend, bekend en laagdrempelig aanbod van logeervoorzieningen in te richten zodat mantelzorgers en hun naasten daar met een gerust hart (en op tijd!) gebruik van kunnen maken.
Een verkenning van aanbod, gebruik en financiering
Gemeenten en aanbieders erkennen het belang om een passend respijtaanbod te ontwikkelen en zijn daar vaak druk mee bezig. Mede door de verschillende wet- en regelgeving is het soms lastig om een logeervoorziening in de vorm van een respijthuis op te zetten. Movisie deed een verkenning onder een aantal logeerhuizen. Het doel van deze verkenning was om een eerste inzicht te krijgen in succesfactoren en belemmeringen van de exploitatie van logeerhuizen. De verkenning leverde algemene inzichten op, maar vooral ook een kijkje in de specifieke logeerhuizen. Benieuwd daar de algemene inzichten rondom het aanbod, gebruik en de financiering van de logeerhuizen?
Lees verder op: Movisie.nl (opent in een nieuw venster)