De Jonge: resultaatgericht beschikken in Wmo 2015

Resultaatgericht beschikken wordt onderdeel van de Wmo 2015. Dat kondigt minister De Jonge aan in zijn brief van 12 april aan de Tweede Kamer. Dit besluit komt na uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dat gemeenten die beschikken op resultaat in de Wmo hun burgers onvoldoende rechtszekerheid bieden.

De CRvB concludeert dat de burger bij een resultaat als een ‘schoon en leefbaar huis’ nu niet weet op hoeveel uren ondersteuning hij recht heeft. Hij kan de gemeente daar dan ook niet aan houden of waar nodig op aanspreken. Met de voorgestelde wetswijziging wordt de rechtszekerheid voor burgers beter verankerd.

Vernieuwend lokaal maatwerk
Steeds meer gemeenten gebruiken hun beleidsruimte in de Wmo om op een vernieuwende manier lokaal maatwerk te bieden aan hun burgers. Resultaatgericht inkopen is hier een voorbeeld van. De minister wil die beleidsruimte voor vernieuwing in stand houden en ziet de meerwaarde van resultaatgericht werken. Daarom wil hij ook beschikken op resultaat vastleggen in de Wmo. Hij wil dit doen door het ondersteuningsplan een plek te geven in de wet.

Hoe werkt dat?
Als een gemeente in uren beschikt, wordt het aantal uren in het ondersteuningsplan opgenomen. Kiest de gemeente voor resultaatgerichte bekostiging, dan bepalen de burger en aanbieder samen hoe het resultaat bereikt wordt en wat de burger van de ondersteuning mag verwachten. De activiteiten en hoe vaak die plaatsvinden, leggen zij vast in het ondersteuningsplan. Het aantal uren leggen zij niet vast, want die zeggen niets over het eindresultaat. De gemeente kijkt mee en neemt uiteindelijk het besluit, waarbij het ondersteuningsplan onderdeel uitmaakt van de beschikking.

Oproep aan gemeenten
De minister roept gemeenten op om:

  • in samenspraak met cliëntenraden en aanbieders een normenkader te ontwikkelen dat recht doet aan de lokale situatie. Als dit normenkader een plek heeft in gemeentelijke beleidsregels, wordt dit ook de basis voor de afspraken tussen de burger en de aanbieder over hoe een resultaat behaald wordt;
  • helder aan te geven welke voorzieningen zij hebben (in de verordening) en hoe zij die voorzieningen beschikken (in het beleid): in resultaat of in uren;
  • duidelijk te zijn in wie burgers kunnen aanspreken wanneer zij het niet eens zijn met de invulling van de beschikking, het resultaat niet behaald wordt of de kwaliteit onvoldoende is.

Op dit moment onderzoekt de minister of de Wmo 2015 voldoende aanknopingspunten biedt voor deze plannen en werkt dit verder uit in een wetsvoorstel. In overleg met de VNG bekijkt hij hoe zij gemeenten kan ondersteunen bij het informeren van burgers. 

Breed sociaal domein
Divosa vindt het belangrijk dat gemeenten meerdere uitvoeringsvarianten kunnen en mogen inzetten in het belang van maatwerk. Net als de minister ziet Divosa veel kansen in resultaatgericht werken in het sociaal domein. De eerdere uitspraken van de CRvB belemmerden de beleidsruimte voor gemeenten om echt maatwerk te bieden. Het is positief dat nu stappen genomen worden om resultaatgericht werken te borgen in de Wmo. Hopelijk betekent dit ook dat resultaatgericht werken zonder problemen voor andere zorg en ondersteuning in het brede sociaal domein kan worden ingezet.

Bron: Divosa

Ga naar de inhoud